Marcel Verheggen - orgel
Franz Liszt Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen
Peter-Jan Wagemans Fantasia super 721
Hendrik Andriessen Sonate ‘Da Pacem Domine’.
Onder de grote romantische pianist-componisten waren er velen die, vooral uit bewondering voor Bach, ook het orgel bespeelden, en zelfs virtuoos: Mendelssohn, Schumann, Liszt en Alkan (zie ook het concert van Bobby Mitchell, zaterdag 12.30u), Saint-Saëns, Fauré en Grieg. Om te oefenen hadden ze thuis vaak een pedaalpiano. Liszt liet een Riesenflügel bouwen voor zijn villa in Weimar.
In Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen varieert Liszt over het klagende openingskoor van Bachs gelijknamige, eveneens in Weimar gecomponeerde cantate. Het werk bereikt zijn hoogtepunt in het slotkoraal daaruit: ‘Was Gott tut, das ist wohlgetan’, zo worden de bedroefden getroost.
Peter-Jan Wagemans, vorig jaar zeventig geworden, begon zijn muzikale carrière als organist. In zijn Fantasia super 721 uit 2002 keert hij terug naar dat instrument en varieert hij over Bachs koraalbewerking Erbarm dich mein, o Herre Gott.
Het derde luik van Marcel Verheggens monumentale triptiek is de Sonate ‘Da Pacem Domine’, in 1913 geschreven door de toen 21-jarige Hendrik Andriessen. Zijn Haarlemse collega-stadsorganist Louis Robert speelde de première een maand voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Hij nam het manuscript in 1922 mee naar Amerika, waar het pas een eeuw later werd teruggevonden.