Dryades Consort
Dryades Consort | Franz Vitzthum countertenor
Caspar Othmayr Tricinia
Van onze zeven deugden (virtutes) komen er vier uit de Griekse oudheid: wijsheid, rechtvaardigheid, moed en wijsheid. En drie uit het evangelie: geloof, hoop en liefde. Daaronder, zo zegt Paulus, is liefde, of naastenliefde, de belangrijkste.
Hiertegenover staan de ondeugden (vitia): hoogmoed, afgunst, toorn, luiheid, gierigheid, gulzigheid en onkuisheid. Allemaal met vrouwelijk woordgeslacht, en als vrouwen afgebeeld. Aan gif en tegengif wijdde de heilige Johannes van Damascus, Griek onder een nog jong islamitisch bewind, zijn Antidota. Deze werden negen eeuwen later in het Latijn vertaald. Dertig teksten daaruit zette Caspar Othmayr rond 1550 op muziek, in zijn Tricinia.
Countertenor Franz Vitzthum, eerder te gast in Musica Sacra Maastricht als lid van vocaal kwartet Stimmwerck, stelde met gambaconsort Dryades een programma samen, waarin deugden en ondeugden tegen elkaar worden uitgespeeld. Midden in zijn korte leven werd Othmayr dominee, en het programma wordt besloten met zijn zetting van Luthers laatste woorden.